Blog

De vivara-doos, die mij tegelijkertijd redder en asshole maakte

Gijs en ik zaten aan tafel een broodje te eten. Het was een drukke ochtend geweest; we hadden geschommeld, kippen opgejaagd (sommigen van ons), de vogels gevoerd met het gisteren bezorgde nieuwe voer, met de lege doos daarvan gespeeld met Awa, Gijs had me een bloedlip gegooid met een stok, en zo nog wat dingen.

Tijd voor een momentje van (relatieve, want tijdens het eten wordt er ook gespeeld en gegooid) rust. Ineens zie ik Puk met een koolmees in haar bek van de voederplek tevoorschijn komen. Ik aarzel niet en haast me naar haar toe, geveinsd trots tegen haar kirrend om te voorkomen dat ze harder gaat bijten in de arme vogel. En ja, ik kan de koolmees van haar afpakken! Hij ziet er nog goed uit maar spert zijn snaveltje ver open van angst… Ik loop snel terug naar de ietwat verwarde Gijs en laat zien wat ik in mijn handen heb: ‘wowow’. Gelukkig staat de doos van het vogelvoer nog in de kamer en ik doe de ‘wowow’ daarin zodat hij tot rust kan komen. Dicht natuurlijk, want wie weet kan hij nog vliegen. Ik eet verder met Gijs, die af en toe nog even samenvat wat er gebeurde: “Poetie, wowow! Ien! (Wijzend naar de doos). Na het eten breng ik Gijs naar bed en check daarna de vogel. Hij ziet er goed uit, heel rustig wel maar dat zal de shock wel zijn, dacht ik. Vaak redden vogels die door een kat gepakt zijn het niet, ook al zijn ze niet zwaargewond. Maar wie weet… “Wat leuk eigenlijk, een vogel in een doos van een vogelspecialist die samenwerkt met de Vogelbescherming! Leuk voor op de foto!” In de wetenschap dat vogels kunnen vliegen open ik de doos om een foto te maken. En dat gaat goed. Hij zit heel stil. “Dit zou ook wel eens mis kunnen gaan…” dacht ik nog, toen ik de doos verder opende voor meer licht en een betere foto. En ja hoor: “twiet!”, zei de koolmees, en de vogel was gevlogen. Boem, tegen het dakraam, baf tegen het raam, op de radiator eindigend. “Asshole! Wat ben ik ook een asshole!” Dacht ik, terwijl ik hem voorzichtig probeer te pakken. Maar Awa had natuurlijk inmiddels ook gemerkt dat we gezelschap hadden en had de vogel, die op de grond terecht was gekomen, al in haar bek. (Haar eerste ervaring met een levende prooi) Sneller dan de wind was ik bij ze en wist de koolmees uit de kaken van een grommende Awa te bevrijden. Trillend ging ik met het diertje in m’n handen​ naar buiten door de tuindeuren die ik ergens in alle consternatie al open had gegooid zodat de koolmees eruit kon als hij de goede kant was opgevlogen. Hij had zijn pootje krampachtig om mijn vinger geklemd en beet pinnig in mijn andere vinger met z’n snaveltje. “Dat begrijp ik wel, dat begrijp ik wel”, mompelde ik. Ik hoopte zó dat hij nog oké was… Hij wás verdorie nog in orde en ik had hem in goede staat buiten kunnen loslaten als ik niet per se een foto had willen maken. Asshole… Puk zat nog lichtelijk gepikeerd buiten dus ik zocht een plekje om de koolmees los te kunnen laten. Het vogelhuisje leek me wel geschikt, en yes: hij vloog meteen een struik in verderop! So far, so good… In de struik bleef hij stokstil zitten. Om even bij te komen, wellicht. Puk had niks in de gaten. “Wat leuk eigenlijk, dit verhaal dat redelijk goed lijkt af te lopen”, dacht ik, en liep naar binnen om mijn telefoon te pakken zodat ik een foto kon maken. Nu kon het toch geen kwaad meer. De foto werd gemaakt en de koolmees vloog kort daarna weg. Ik denk dat het goed met hem gaat, ondanks de extra botsingen met ramen en het extra poezenbekje door mijn toedoen. Kleine survivor. Zo is het ook een veel stoerder verhaal om te vertellen aan zijn vogelvrienden. Als hij foto’s had kunnen maken had hij het vast gedaan…
Opgelucht en nog na-trillend ga ik weer naar binnen, alwaar ik Awa naarstig zoekend in de doos aantref. De vivara-doos, die mij tegelijkertijd redder en asshole maakte…

Deel dit als je het leuk vindt
Share on Facebook
Facebook
0Tweet about this on Twitter
Twitter
Share on LinkedIn
Linkedin

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *